Het verzuim in het voortgezet onderwijs is voor zowel het onderwijzend personeel als het onderwijsondersteunend personeel in 2016 licht gestegen ten opzichte van 2015. Omdat de stijging slechts gering is, is er geen sprake van een trendbreuk. Het gemiddeld verzuimpercentage in het vo beweegt zich steeds rond de 5,0% voor het OP en rond de 5,5% voor het OOP.
Het verzuimpercentage van het OP is in 2016 ten opzichte van vorig jaar gestegen van 4,9% naar 5,1%. Ook in het OOP steeg het verzuimpercentage met 0,2 procentpunt van 5,2% in 2015 naar 5,4% in 2016. De grootste verandering is te zien in het nulverzuim (dit is het percentage werknemers dat in een kalenderjaar niet heeft verzuimd); dit is in 2016 bij het OP gedaald met 6,9 procentpunt naar 33,8%. Bij het OOP is de daling 1,8 procentpunt naar 43,6% nulverzuim.
Verzuimcijfers per school
De verzuimcijfers per school zijn beschikbaar via de Verzuimbenchmark-VO. In de verzuimbenchmark kunnen scholen de meldingsfrequentie en verzuimpercentage vergelijken met dat van - qua type overeenkomstige - andere scholen.
Verzuimcijfers uitgesplitst naar kenmerken
In het rapport Verzuimcijfers 2016 zijn de verzuimcijfers uitgesplitst naar personeels- en schoolkenmerken, zoals leeftijd, geslacht, aanstellingsomvang, denominatie, verstedelijking, schoolgrootte en schooltype.
Meer informatie:
• De verzuimcijfers 2016 voor het voortgezet onderwijs inclusief de uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken
• De verzuimcijfers per school in de Verzuimbenchmark-VO
• Het volledige DUO-rapport Verzuimonderzoek PO en VO 2016
• Meer achtergrondinformatie, instrumenten en praktijkverhalen en publicaties over verzuimbeleid in het voortgezet onderwijs.